Ronde van de Achterhoek: de corona-editie
In het ‘nieuwe normaal’ moeten organisatoren van evenementen aan nog meer regeltjes voldoen. Dus ook de organisatie van de Ronde van de Achterhoek. ,,We wilden nog een toertocht organiseren, maar die hebben we moeten verschuiven naar eind oktober. Ons handbike-evenement op zaterdag 28 augustus kan gelukkig wel doorgaan. Voor de zondag hebben we een heel aantal aanpassingen gedaan.’’
Eén van de aanpassingen die Van Balveren heeft gedaan is de wedstrijd op de internationale kalender plaatsen. ,,Vorig jaar kon de koers door gebrek aan politiebegeleiding helaas niet doorgaan. Dat probleem wilden we dit jaar voor zijn en daarom hebben we een UCI-status aangevraagd.”
Ook werd op die manier voorkomen dat -het gebrek aan- politiebegeleiding een obstakel zou kunnen worden. ,,Door onze UCI-status, hebben we dat probleem kunnen oplossen. We hebben nu 20 man motorbegeleiding vanuit de politie toegewezen gekregen. Samen met de 80 motorbegeleiders van de BMAC uit Borculo. Die hebben enorm veel ervaring met het begeleiden van allerlei soorten evenementen, dus dat gaat zeker goedkomen. Bovendien komen ze uit de Achterhoek en kennen ze de wegen hier op hun duimpje!’’
Om de wielerkoers aan de hele streek te presenteren, is besloten dat elke editie een nieuwe start- en finishplaats zal hebben. ,,Dit jaar vertrekt de koers in Bredevoort en hebben we in Varsseveld een passende finishplaats gevonden. Dat maakt voor de route verder weinig verschil. We hebben de normale obstakels in koers. Dan kun je denken aan ruim twintig kilometer aan onverharde stroken, onder meer bij Vorden en Stokkum. En natuurlijk de passage van ’t Peeske. En de 200 kilometer lange wedstrijd zorgt sowieso voor een zware koers.’’
Rondom de finish heeft Van Balveren met zijn team de mogelijkheid gecreëerd om -mocht de regering op 13 augustus besluiten strengere maatregelen te nemen- het gebied rondom de finish af te sluiten voor het publiek. ,,We zijn uitgekomen op een bedrijventerrein midden in Varsseveld. Daar hebben we voldoende ruimte om alle faciliteiten op te bouwen. Maar het geeft ons ook de mogelijkheid om publiek te weren, wanneer het zou moeten.’’
Het overgrote deel van de deelnemers zal ondanks de internationale status uit Nederlanders bestaan. De UCI 1.2-status biedt de organisatie echter wel de mogelijkheid om ook internationale ploegen startgelegenheid te bieden. ,,We hebben een sterk startveld samen kunnen stellen. Zo hebben we ploegen uit Groot-Brittannië, Duitsland, Amerika en Canada aan de start. Maar natuurlijk vergeten we de clubploegen niet. Natuurlijk willen we onze wedstrijd ook voor de nationale, maar ook regionale ploegen openstellen. Daarbij kijken we naar Sensa-Kanjers voor Kanjers en naar Allinq-Krush-WV De IJsselstreek, maar ook naar de Duitse clubs RSC Rheinbach en Team SportForum. Dat klinkt best ver weg, maar NWV Groningen, WV West-Frisia en WV De Jonge Renner moeten verder reizen om hier te komen’’, lacht hij. ,,Op deze manier hebben we een prima mix van Nederlandse en internationale ploegen, profploegen en clubteams.’’
Van Balveren hoopt in de toekomst meer voordelen uit de samenwerking met de Holland Cup te kunnen halen. ,,We hebben nu natuurlijk het grote voordeel dat we gezamenlijk de TV-producties kunnen regelen. Dat is voor elke organisatie van groot belang. Met de extra exposure die dat met zich meebrengt, ben je als evenement veel aantrekkelijker voor sponsoren.’’ Hij hoopt op een verhoogde stabiliteit in de competitie, zodat de krachten verder gebundeld kunnen worden. ,,Doordat er in de voorgaande jaren een aantal organisaties zijn weggevallen, is het van groot belang dat de overgebleven organisatoren de samenwerking verbeteren. Op die manier is er door het schaalvoordeel nóg meer slagkracht te behalen. Bijvoorbeeld: we moeten allemaal dranghekken voor de finishstraat hebben. Als we gezamenlijk bij een partij aankloppen, dan kunnen we er vast een betere prijs uitslepen.’’