‘Winnen! Daarvoor ben ik wielrenner geworden!’
Het nieuwe seizoen is nog niet begonnen of Coen Vermeltfoort is als duidelijk wat hij van het seizoen 2022 verwacht. De 33-jarige coureur van het VolkerWessel Cycling Team is alweer in volle voorbereiding voor wat hij dit seizoen voor de wielen krijgt.
Als winnaar van de Holland Cup 2021 wil Vermeltfoort ook dit seizoen weer hoge ogen gooien in het eindklassement. ,,Je besluit niet van tevoren om een klassement te rijden’’, weet de ervaren coureur. ,,Je rijdt de wedstrijden van de serie en als je dan goed presteert, dan ga je wat meer op het eindklassement kijken. Als je dan de groene Romfix-leiderstrui hebt, dan wil je hem niet afgeven! Maar het begint met het rijden -en winnen- van de losse wedstrijden. Bovendien zijn er meer wedstrijden in de Holland Cup die ik niet heb gewonnen dan wel. Er is dus nog werk aan de winkel!’’ Nieuw seizoen, nieuwe kansen
,,Vorig jaar startte het seizoen pas heel laat, waardoor er heel veel koersen kort achter elkaar kwamen. Gelukkig hebben we ons goed kunnen motiveren, waardoor we er meteen stonden. We hebben in veel wedstrijden de koers kunnen maken. En er een aantal kunnen winnen. Niet alleen ik, maar dat hebben we met verschillende renners gedaan. Deze winter is de ploeg nóg weer sterker geworden. Niet alleen in de breedte, maar met Bert-Jan Lindeman (ex-Quebeka–NextHash) en winnaar van de Topcompetitie Bart Lemmen, hebben we ook renners die voor een uitslag moeten kunnen gaan.”
,,Er is in Nederland wel ruimte voor een ProContinentale wielerploeg’’, weet de oud-prof van. ,,Er zijn voldoende sterke renners die dat niveau aan kunnen. En niet alle renners kunnen al op jonge leeftijd de sprong naar de profs maken. Sommige hebben gewoon meer tijd nodig om te groeien. Dan is een ploeg zoals Roompot was, een ideale tussenstap. Kijk maar wie er allemaal gereden hebben!’’ Daarmee wijst hij naar renners als Dylan Groenewegen (Team BikeExchange) en Oscar Riesebeek (Alpecin-Fenix).
Zijn werkgever is misschien wel hét uitgelezen bedrijf om tot een degelijke tweededivisionist uit te groeien. ,,Ja, als ze bij het bedrijf willen, dan is dat geen enkel probleem. Het is één van de grootste bedrijven die er in de wielersport te vinden is. De ambitie van de ploeg ís ook om naar het ProContinentale niveau door te groeien. Maar wel langs een geleidelijke weg. Na twee jaar als club rondgereden te hebben, is dit het derde jaar dat we een Continentale licentie hebben. Dit is mijn derde jaar bij de ploeg en ik zie dat de ploeg elk jaar sterker wordt. Qua renners, maar ook qua organisatie en omkadering.’’
Vermeltfoort zélf groeit niet automatisch met zijn ploeg mee. ,,Voor mij is het echter geen ‘moetje’. Natuurlijk is het mooi om de Ronde van Vlaanderen te rijden, maar je weet dat je daar niet om de zege mee gaat kunnen doen. Ik rijd liever een koers op een niveautje lager, waarin ik mee kan doen om de winst. Want daar ben ik wielrenner voor geworden. Het voordeel is wel dat je als PCT ook in de kleinere UCI-koersen in eigen land mag starten. Dus we zullen sowieso de koersen van de Holland Cup blijven rijden.’’
Toch zal Vermeltfoort op zondag 13 maart niet aan het vertrek van de 46ste editie van de westbrabantse klassieker staan. ,,Op een of andere manier hebben de kalendermakers van de KNWU het voor elkaar gekregen om twee UCI-koersen op dezelfde dag te plannen”, laat hij zijn ontevredenheid blijken. ,,Daardoor staan de Profronde van Drenthe en de Dorpenomloop Rucphen op dezelfde dag gepland. Het is eigenlijk zó bizar, dat ik het niet kan geloven. Het zijn twee internationale wedstrijden die op dezelfde dag verreden zullen worden. Daardoor wordt je gedwongen om keuzes te maken. Ik denk dat de ploegleiding er voor zal kiezen om mij naar Drenthe te sturen.”
Over de organisatie heeft Vermelfoort niets dan lof. ,,Het is een ijzersterke organisatie. De koers staat als een huis en alle faciliteiten zijn zoals het zou moeten. En een koers in het wielerwalhalla van Nederland (West-Brabant, red.) is altijd fijn om te rijden. De sfeer is er altijd goed!”